![]() |
Fedor Steemans ‘Tien Hoofdargumenten Tegen het Creationisme’
“Creationisten lijken zich niet bewust te zijn van, of negeren liever, de nieuwste ontdekkingen op het gebied van Zelf-organisatie en Chaos/complexiteit-theorie die aangeven dat dode materie in staat is zichzelf in complexe vormen te ordenen.” Fedors argument dat creationisten de ontwikkelingen op dit vlak negeren is onjuist. Zie bijvoorbeeld hier en hier en hier en hier. En creationist Duane Gish bespreekt ‘zelf-organisatie’ in het hoofdstuk over de tweede hoofdwet der thermodynamica in zijn boek Creation Scientists Answer Their Critics. Fedors verwijzing naar ‘ Niet alleen kunnen we het negende argument daarmee al van tafel schuiven, ik wil het zelfs omdraaien: evolutionisten lijken zich niet bewust te zijn van, of negeren liever, het kolossale verschil tussen zelf-ordening van levenloze materie enerzijds, en de hoge organisatiegraad van leven anderszijds.
(Het valt wel mee met dat ‘gloednieuwe’. Er wordt al decennialang onderzoek gedaan naar chaostheorie.) ‘Emergente eigenschappen’ zijn eigenschappen of functies van een systeem als geheel, die de losse onderdelen niet hebben. Geen van de onderdelen van een vliegtuig kunnen op zichzelf vliegen, maar als samengevoegd geheel kunnen ze dat wel. Vliegen is een emergente functie. Bij levende organismen is er ook op vele niveau’s sprake van emergente functies. Een eiwit bezit een functie die de losse aminozuren waaruit het is opgebouwd niet bezitten. Dit soort emergente functies zijn een probleem voor evolutie, want de functies verschijnen dikwijls alleen wanneer de onderdelen op een specifieke manier in elkaar zitten. Vaak zijn het zoveel onderdelen dat de functionele samenstelling niet door toeval ontstaan kan zijn, en natuurlijke selectie kan pas plaatsvinden op het moment dat er sprake is van functionaliteit. Fedor gebruikt de term ‘emergente eigenschappen’ kennelijk op een andere manier, namelijk om ordelijke structuren aan te duiden die spontaan verschijnen uit wanorde. Maar dat staat los van de emergente functionaliteit zoals hierboven besproken.
Nu dat Fedor enkele concrete voorbeelden geeft, wordt de leegte van zijn argument pas echt duidelijk. Dit zijn inderdaad allemaal voorbeelden van orde, maar zeker niet van complexiteit, laat staan van organisatie, zoals we bij levende organismen vinden. Twee evolutionistische onderzoekers naar de oorsprong van het leven schrijven hierover:
Er zijn dus grote verschillen tussen orde en organisatie: Orde is simpelweg regulariteit. Orde ontstaat meestal als gevolg van wetmatigheden. Bijvoorbeeld de hexagonale structuur van sneeuwkristallen is een noodzakelijk gevolg van de fysische eigenschappen van watermoleculen. Moleculen hebben de neiging zich op de meest energetisch aantrekkelijke manier te groeperen, en kristallen zijn vaak de laagste staat van energie die moleculen aan kunnen nemen. Orde bevat weinig informatie. De informatie die kristallen bevatten ontstaat niet bij de kristalvorming, maar zit reeds ingesloten in de eigenschappen van de moleculen of atomen. Zelf-ordening kan dus inderdaad plaatsvinden, en daar zijn talloze voorbeelden van. Maar er is letterlijk een levensgroot verschil tussen zelf-ordening en zelf-organisatie. En zelf-organisatie van levenloze materie is nooit waargenomen.
Bovendien is zelf-organisatie van levenloze materie tot de eerste levensvorm onwetenschappelijk. Het is namelijk, zoals zoveel evolutionistische ideeën, niet falsifieerbaar.
Zelf-organisatie is niet waargenomen, en het idee dat het heeft plaatsgevonden is niet falsifieerbaar. Het is dus onwetenschappelijk.
Dit zijn geen argumenten, maar een boekverwijzing en een verwijzing naar een computersimulatie. Naast dat Fedor niet laat zien hoe de Tierra simulatie en het boek van Brooks en Wiley evolutie nou precies ondersteunen, moeten we bovendien opmerken dat beiden uitgaan van reeds reproducerende eenheden. Terwijl creationisten de 2de wet van thermodynamica juist vooral gebruikt hebben als argument tegen organische evolutie, het ontstaan van de eerste levensvormen uit levenloze (dus niet-reproducerende) materie. |